bij3

Het nut van bijen voor de mens was al vroeg in de geschiedenis bekend. In veel landen en culturen stond de honingbij daarom in hoog aanzien.

Niet voor niets hielden vroeger bijna alle boeren bijen. Dit heeft een lange geschiedenis. Karel de Grote (756-814) verplichtte pachters van de hoeves om bijen te houden. Hij gaf de geestelijken het recht om van de boeren honingaccijns te eisen. De boeren werden hierdoor verplicht bijen te houden. Karel de Grote vaardigde wetten uit ter bescherming van de bijen en richtte verschillende modelbijenstanden in. De waarde van twee korven werd destijds geschat op die van een goede melkkoe. Karel de Grote luidde het grote bloeitijdperk van de bijenteelt in. Pas rond 1550 was deze bloei voorbij.

In de afgelopen honderd jaar neemt het aantal imkers in Nederland sterk af. Direct na de tweede wereldoorlog waren er zo’n 32.000 georganiseerde imkers, in 1967 nog slechts 7.100. Daarna kwamen er weer bijenhouders bij, maar deze groei bleek tijdelijk. Vanaf midden jaren 80 is het aantal gestaag verder gedaald. Eind jaren 90 waren er nog zo’n 16.000 imkers, maar nu is hun aantal teruggevallen naar 6.500, een historisch dieptepunt.
Deze afname heeft meerdere oorzaken. Ten eerste is het moeilijk, zo niet onmogelijk, om in Nederland van de imkerij te bestaan, het is meer een nevenactiviteit of hobby. Ten tweede vergrijst de populatie imkers. De gemiddelde leeftijd van de Nederlandse imker ligt rond de 60 jaar.

         DSC_0175


donateurs